Stichting Praktijkleren levert exameninstrumenten voor de kwalificatiedossiers van Zakelijke dienstverlening en veiligheid (ZDV), ICT en Commercie en voor een aantal keuzedelen. De exameninstrumenten van Stichting Praktijkleren dekken de beroepsspecifieke eisen van de kwalificaties conform de Producteisen uit de norm voor valide exameninstrumenten, oktober 2017. Te vinden op deze pagina.
Ons aanbod bestaat uit:
Proeven van bekwaamheid en examenprojecten zijn praktijkexamens waarmee één of meerdere de werkprocessen integraal worden geëxamineerd. Deze twee examenvormen zijn uitwisselbaar. Een school kan kiezen welke examenvorm zij inzet. Beide examenvormen zijn op dezelfde examenmatrijs gebaseerd en maken gebruik van dezelfde beoordelingsformulieren.
Vaardigheids- en kennisexamens examineren steekproefsgewijs vakkennis en vaardigheden uit het kwalificatiedossier die cruciaal zijn voor de beroepsuitoefening en onvoldoende in de praktijkexamens aan bod komen.
De gekozen examenvormen per kwalificatiedossier zijn weergegeven in de volgende documenten.
Per opleidingsgebied is in een publicatieoverzicht te lezen welke exameninstrumenten in het betreffende schooljaar geconstrueerd worden. Daarnaast is er voor de keuzedelen gezamenlijk een publicatieoverzicht. De publicatieoverzichten zijn voor iedereen terug te vinden op de website van Stichting Praktijkleren (zie https://www.stichtingpraktijkleren.nl/examineren/publicatieoverzichten/). De Helpdesk examinering communiceert nieuw gepubliceerde en gewijzigde exameninstrumenten in een digitale nieuwsbrief. U kunt zich hiervoor opgeven als u bent ingelogd door een vinkje te zetten in uw profiel.
Het examenoverzicht geeft weer welke exameninstrumenten per kerntaak kunnen worden ingezet om dekkend te zijn voor de kwalificatie (examenmix). Het examenoverzicht kan gebruikt worden bij het opstellen van het examenplan.
In het dekkingsoverzicht is de examenmix verantwoord. Het laat zien welke onderdelen (werkprocessen, vakkennis en vaardigheden) van het kwalificatiedossier aan welke exameninstrumenten zijn toegewezen. In het examen- en dekkingsoverzicht is daarnaast terug te vinden of en welke keuzes zijn gemaakt met betrekking tot representatief examineren.
Het examen- en dekkingsoverzicht is te vinden op https://www.stichtingpraktijkleren.nl/examineren/examenoverzichten/. Het examen- en dekkingsoverzicht is ook te vinden als u bent ingelogd als docent of examenfunctionaris bij het betreffende opleidingsgebied onder de knop Over examinering of bij het betreffende keuzedeel.
Voor een aantal werkprocessen zijn geen examenprojecten, omdat de inhoud van deze werkprocessen zich niet (altijd) leent voor examinering in een gesimuleerde omgeving. Deze werkprocessen dienen in de beroepspraktijk te worden geëxamineerd met een proeve van bekwaamheid of een praktijkexamen. Een andere reden voor het ontbreken van een examen voor een bepaald werkproces kan de keus voor representatief examineren zijn. Gemaakte keuzes met betrekking tot representatief examineren en bijbehorende toelichting zijn per kwalificatiedossier terugvinden in de volgende documenten.
• Examen- en dekkingsoverzicht
• Examenmatrijzen
De meeste vakkennis en vaardigheden worden (meestal impliciet) geëxamineerd in de praktijkexamens (PvB/EP/PE). Dit is terug te vinden in het dekkingsoverzicht. Alleen vakkennis- en vaardigheden die cruciaal zijn voor het beroep en onvoldoende aan bod komen in de praktijkexamens, worden steekproefsgewijs geëxamineerd in een kennis- of vaardigheidsexamen.
De exameninstrumenten uit het examenoverzicht dekken de beroepsspecifieke eisen van de betreffende kwalificatie conform de producteisen uit de norm voor valide exameninstrumenten. Het is niet verplicht om alle exameninstrumenten uit het examenoverzicht af te nemen. U maakt als school zelf de keuze welke exameninstrumenten u inzet. U dient er echter wel voor te zorgen dat het gebruikte exameninstrumentarium de eisen van de kwalificatie dekt.
Per kwalificatiedossier wordt gekeken of er vanuit de scholen behoefte is aan representatief examineren. Vervolgens worden samen met inhoudsdeskundigen vanuit de scholen en het beroepenveld keuzes gemaakt wat betreft representatief examineren. Er kan bijvoorbeeld worden gekozen om een kwalificatie-eis steekproefsgewijs of niet te examineren. De gemaakte keuzes met betrekking tot representatief examineren en bijbehorende toelichting zijn per kwalificatiedossier terugvinden in de volgende documenten.
• Examen- en dekkingsoverzicht
• Examenmatrijzen
Doordat in sommige examens is gekozen voor representatief examineren, kan het voorkomen dat een bepaald werkproces niet in een examen zit. Bijvoorbeeld wanneer een werkproces geen onderdeel uitmaakt van de steekproef die wordt getrokken. Wat te doen als het systeem vraagt om een cijfer per werkproces?
1. De optie die de voorkeur heeft: pas het systeem aan. Dit is natuurlijk afhankelijk van de technische mogelijkheden van het systeem. Scholen die kiezen voor een examenproduct dat op representatief examineren is gericht wordt geadviseerd te onderzoeken of aanpassing van het systeem mogelijk is. Hierbij zou het mogelijk moeten zijn om in een systeem aan te geven dat bepaalde werkprocessen mogelijk niet geëxamineerd worden.
2. Is het aanpassen van het systeem geen optie? Dan heeft het de voorkeur om géén cijfer in te vullen, of ‘n.v.t.’, of iets wat daarop lijkt. Verantwoord waarom u geen cijfer invult, door bijv. in het OER op te nemen dat er representatief geëxamineerd wordt.
3. Moet er per se een cijfer worden ingevoerd? In dat geval kunt u kiezen voor het invoeren van een ‘neutraal’ cijfer. Neem hiervoor het gemiddelde van de cijfers die bij de andere werkprocessen van de kerntaak gehaald zijn. Bij het niet-afgenomen werkproces vult u dit gemiddelde in. Het voegt op die manier geen waarde toe aan het kerntaakcijfer, maar er staat zo wel een cijfer in het systeem. Zorg ook in dit geval voor een verantwoording en onderbouwing, zodat aangetoond kan worden waarom dit cijfer is ingevoerd – er is immers geen ‘bewijsmateriaal’ in de vorm van een afgenomen examen.
Een voorbeeld: een student maakt een examen dat uit vier werkprocessen bestaat. Er wordt representatief geëxamineerd, waarbij er drie van de vier werkprocessen onderdeel zijn van de steekproef. De student zakt op werkproces 3. Bij een herkansing is de samenstelling van het examen anders, werkproces 3 zit namelijk niet meer in de steekproef, maar dit keer is het werkproces 4. De student haalt het examen. Hoe gaat u nu om met de onvoldoende bij werkproces 3?
Het beste is om het oude cijfer uit het systeem te verwijderen. Een herkansing ‘overschrijft’ het eerder behaalde resultaat immers. In het voorbeeld hierboven haalt u het cijfer bij werkproces 3 en vult u een nieuw cijfer in bij werkproces 4. Moet er volgens het systeem bij alle werkprocessen een cijfer ingevuld worden? Overschrijf de eerder behaalde onvoldoende dan met een ‘neutraal’ cijfer. Neem hiervoor het gemiddelde van de cijfers die bij de andere werkprocessen van de kerntaak gehaald zijn. Bij het in de eerste kans onvoldoende gescoorde werkproces vult u dit gemiddelde in. Het voegt op die manier geen waarde toe aan het kerntaakcijfer, maar er staat zo wel een cijfer in het systeem. Zorg ook in dit geval voor een verantwoording en onderbouwing, zodat aangetoond kan worden waarom dit cijfer is ingevoerd – er is immers geen ‘bewijsmateriaal’ in de vorm van een afgenomen examen.
Een advies hiervoor is bij elk opleidingsgebied onder de knop Over examinering te vinden.
Een examenmatrijs is de blauwdruk van een examen, waarin bijvoorbeeld staat wat er met het exameninstrument wordt geëxamineerd, op welk (cognitief) niveau, op welke wijze, met welke soort opdracht of vraag en met hoeveel opdrachten of vragen. Per exameninstrument is er een examenmatrijs beschikbaar.
De onderwijsinstelling kan de examenmatrijs gebruiken als leidraad voor de inrichting van het onderwijs en als verantwoording naar de Inspectie.
De examenmatrijzen zijn integraal onderdeel van elk exameninstrument en zijn bij elk exameninstrument opgenomen. De examenmatrijzen zijn ook te vinden bij het betreffende opleidingsgebied onder de knop Over examinering als u bent ingelogd als docent of examenfunctionaris.
Een examenmatrijs is de blauwdruk van een examen. De examenmatrijs is in de eerste plaats bedoeld voor de constructie van een examen en om de validiteit van een examen te borgen. Een kandidaat mag voorafgaand aan het examen de examenmatrijs inzien, maar dit is niet verplicht en ook niet het advies van Stichting Praktijkleren.
Alle voor de kandidaat noodzakelijke informatie over afnamecondities en de inhoud van het examen is opgenomen in andere documenten. Anders dan examenmatrijzen, zijn deze documenten speciaal afgestemd op de kandidaat. In geval van een proeve van bekwaamheid staat de noodzakelijke informatie over afnamecondities en inhoud van het examen in het document met examenafspraken. In geval van een examenproject, vaardigheids- of kennisexamen staat deze informatie in het document Examenvoorbereiding kandidaat van het betreffende examen.
Stichting Praktijkleren heeft een gedragscode opgesteld om te voorkomen dat examens uitlekken. In de gedragscode vindt u de regels waaraan u zich dient te houden bij het voorbereiden en afnemen van examens van Stichting Praktijkleren.
De gedragscode vindt u hier.
Nee, de exameninstrumenten van Stichting Praktijkleren mogen uitsluitend kwalificerend worden ingezet.
Proeftoetsen en ander oefenmateriaal dat u formatief kunt inzetten, zijn bij de leermiddelen te vinden. Het aanbod varieert per opleidingsgebied.
De examenprojecten, kennis- of vaardigheidsexamens van Stichting Praktijkleren zijn valide exameninstrumenten met vaste examenopdrachten (zie Toepassing valide exameninstrumenten, oktober 2017). Als een school hier iets in wil aanpassen, moet de school een verzoek tot wijziging indienen bij Stichting Praktijkleren. Als de wijziging door Praktijkleren wordt doorgevoerd is er vervolgens weer sprake van een valide exameninstrument.
De proeve van bekwaamheid is een valide exameninstrument met examenopdracht + instructie (zie Toepassing valide exameninstrumenten, oktober 2017). Een school kan de examenopdracht aanpassen of formuleren met behulp van de meegeleverde instructie. Het exameninstrument is dan tijdelijk ‘valide onder voorbehoud’. De examencommissie van de school moet vervolgens verifiëren of de vervangen of aangepaste examenopdracht tot stand is gekomen conform de bijgeleverde instructie.
In het onderwijs- en examenreglement van uw school ligt vast welke hulpmiddelen voor welke examens zijn toegestaan. Meer informatie is te vinden in het Protocol Dyslexie (MBO) van het Expertisecentrum Nederlands.
Een praktijkexamen (PvB/EP/EP) is een exameninstrument waarmee één of meer werkprocessen integraal worden geëxamineerd.
Een proeve van bekwaamheid is een kwalificerend praktijkexamen dat wordt afgenomen in de beroepspraktijk. Met een proeve van bekwaamheid worden één of meer werkprocessen geëxamineerd. Het is een valide exameninstrument met examenopdracht + instructie (zie Toepassing valide exameninstrumenten, oktober 2017). Een school kan de examenopdracht aanpassen of formuleren met behulp van de meegeleverde instructie. Het exameninstrument is dan tijdelijk ‘valide onder voorbehoud’. De examencommissie van de school moet vervolgens verifiëren of de vervangen of aangepaste examenopdracht tot stand is gekomen conform de bijgeleverde instructie.
Een examenproject is een kwalificerend praktijkexamen dat wordt afgenomen in een gesimuleerde omgeving, meestal binnenschools. Met een examenproject worden één of meer werkprocessen geëxamineerd. Een examenproject is een valide exameninstrument met vaste examenopdrachten. Zie ook de publicatie Toepassing valide exameninstrumenten, oktober 2017.
Ja, praktijkexamens, als de proeve van bekwaamheid en het examenproject met dezelfde examenmatrijs en beoordelingsformulieren, zijn uitwisselbaar. In het examenoverzicht is per profiel te zien welke exameninstrumenten met elkaar uit te wisselen zijn.
Een school bepaalt of het hele examen of een onderdeel (zoals opdracht, werkproces of kerntaak) van een examen herkanst dient te worden. De keuze hiervoor is terug te vinden in het examenreglement van de school.
Of herkansen per het betreffende examenonderdeel mogelijk en wenselijk is, is afhankelijk van:
• de keuzes die binnen de examinering van een opleidingsgebied zijn gemaakt;
• de verbanden tussen de betreffende onderdelen;
• het aantal onderdelen waarvoor een onvoldoende is behaald.
Wanneer voor meerdere onderdelen binnen een praktijkexamen een onvoldoende is behaald, kan het logisch zijn om bij de herkansing een volledig nieuw examen in te zetten. De onderdelen waarvoor al een voldoende behaald is, hoeven dan niet opnieuw beoordeeld te worden.
Meer informatie is te vinden in de algemene handleiding van het betreffende examen.
Voor het beoordelen van praktijkexamens (PvB/EP/PE) geldt het volgende.
Ja, een kandidaat mag de beoordelingsformulieren voor een praktijkexamen (PvB/EP/PE) inzien voorafgaand aan het examen. In het Onderzoekskader 2017 (mbo) van de Inspectie (ED3 Afname en beoordeling) staat namelijk dat de beoordelingswijze tijdig voor de kandidaten beschikbaar moet zijn en voor alle betrokkenen transparant en eenduidig. De beoordelingsformulieren kunnen gebruikt worden in het opleidingstraject als voorbereiding op het examen, om de voortgang van een student te volgen en om bekend te raken met de beoordelingssystematiek.
Een beoordelingsonderlegger is een hulpmiddel bij een beoordelingsformulier van een examenproject. De beoordelingsonderlegger bevat bijvoorbeeld een uitgebreidere specificatie van een beoordelingscriterium uit het beoordelingsformulier of een (voorbeeld)uitwerking van een resultaat. In tegenstelling tot het beoordelingsformulier, mag een kandidaat een beoordelingsonderlegger niet inzien.
De cesuur die bij de praktijkexamens (PvB/EP/PE) per opdracht, werkproces, of kerntaak gehanteerd wordt, bestaat uit twee delen:
De beoordelingsschaal in de beoordelingsformulieren van de praktijkexamens van Stichting Praktijkleren loopt van 0 t/m 3 punten per beoordelingscriterium. De beheersingsniveaus van de beoordelingscriteria zijn zo opgesteld dat als een kandidaat gemiddeld 1,5 punt per criterium scoort, hij minstens 55% van de gevraagde inhoud beheerst. De cesuur van circa 50% is dus gelijk aan de beheersing van de gevraagde inhoud van minimaal 55%.
Een cijfer kan als volgt worden omgezet naar de beoordeling onvoldoende, voldoende of goed.
8 of hoger = goed
5,5 - 7,9 = voldoende
5,4 of lager = onvoldoende
Als een kandidaat op een cruciaal criterium van een werkproces lager dan 1 punt heeft gescoord, heeft hij het werkproces niet behaald. Wat u kunt invoeren in het resultatensysteem, is afhankelijk van het systeem dat u gebruikt en van de manier waarop de eindbeoordeling van de kerntaak tot stand komt. Bij het volgen van het advies van Stichting Praktijkleren voor het berekenen van de eindbeoordeling per kerntaak, kunt u een 1,0 of onvoldoende invoeren als een kandidaat niet alle cruciale criteria binnen een werkproces heeft behaald.
Een vaardigheidsexamen is een kwalificerend examen dat steekproefsgewijs vaardigheden examineert die cruciaal zijn voor de beroepsuitoefening en onvoldoende aan bod komen in de praktijkexamens (PvB/EP/PE). Een vaardigheidsexamen is een valide exameninstrument met vaste examenopdrachten. Zie ook de publicatie Toepassing valide exameninstrumenten, oktober 2017.
Een beoordelaar kijkt een vaardigheidsexamen na aan de hand van een beoordelingsmodel en conform de richtlijnen die beschreven zijn in de meegeleverde handleiding. In het beoordelingsmodel wordt per opdracht aangegeven hoeveel punten behaald kunnen worden en hoe deze aan de uitwerkingen toegekend moeten worden. Bij elk vaardigheidsexamen wordt een cijfertabel meegeleverd waarin af te lezen is, welk cijfer met welk aantal punten behaald is. In geval van een vaardigheidsexamen in Remindo (digitale afnameomgeving) kijkt het systeem alle gesloten vragen na. De open vragen worden door de beoordelaar zelf nagekeken.
De cesuur van vaardigheidsexamens met alleen open vragen/opdrachten ligt op 55% van de totaal te behalen punten. Als er ook gesloten vragen in het examen opgenomen zijn, wordt de cesuur gecorrigeerd voor de raadkans van deze gesloten vragen en zal deze hoger liggen dan 55%.
Het beoordelingsformulier bij een vaardigheidsexamen is een servicedocument dat de beoordelaar, indien gewenst, kan invullen na afloop van een vaardigheidsexamen. Het beoordelingsformulier kan bewaard worden in plaats van het gemaakte werk. Meer informatie over het archiveren van examenmateriaal en bewaartermijnen is te vinden in de handreiking Bewaartermijnen examengegevens van het Kennispunt Onderwijs & examinering.
Een kennisexamen is een kwalificerend examen dat steekproefsgewijs vakkennis examineert die cruciaal is voor de beroepsuitoefening en onvoldoende aan bod komt in de praktijkexamens (PvB/EP/PE). Een kennisexamen is een valide exameninstrument met vaste examenopdrachten. Zie ook de publicatie Toepassing valide exameninstrumenten, oktober 2017.
Onder gesloten vragen worden vragen verstaan waarvan het antwoord van tevoren exact vast te leggen is. Gesloten vragen zijn altijd objectief te scoren. Gesloten vragen kunnen meerkeuzevragen zijn, maar bijvoorbeeld ook korte invulvragen. Een voorbeeld van een korte invulvraag is: Wat is de hoofdstad van België? Een kandidaat moet hier het antwoord zelf verzinnen en er is maar één antwoord goed.
De kennisexamens van Stichting Praktijkleren bevatten de volgende gesloten vraagvormen.
Bovenstaande vraagvormen worden ook in Remindo (digitale afnameomgeving) gebruikt, maar onder een andere naam.
Niet elke gesloten vraagvorm komt in elk examen voor. Voorbeelden van de gesloten vraagvormen kunt u vinden in het oefenexamen nieuwe vraagvormen en in proefexamens.
Een beoordelaar kijkt een kennisexamen na aan de hand van een antwoordmodel en conform de richtlijnen die beschreven zijn in de meegeleverde handleiding. In het antwoordmodel wordt per vraag aangegeven hoeveel punten behaald kunnen worden en hoe deze aan de antwoorden toegekend moeten worden. Bij elk kennisexamen wordt een cijfertabel meegeleverd waarin af te lezen is, welk cijfer met welk aantal punten behaald is.
In geval van een kennisexamen in Remindo (digitale afnameomgeving) kijkt het systeem alle gesloten vragen na. De open vragen worden door de beoordelaar zelf nagekeken.
De cesuur van kennisexamens ligt op 55% van de totaal te behalen punten, plus een correctie voor de raadkans. Door de raadkanscorrectie komt de cesuur dus hoger te liggen dan 55%.
De raadkans verschilt per vraagvorm. Daardoor kan de cesuur per (variant van een) kennisexamen verschillen.
Met het toekennen van deelscores (polytoom scoren) worden kandidaten beloond voor een correct deelantwoord. Echter, op het moment dat het geven van deelscores mogelijk wordt gemaakt, betekent dit ook een verandering in de raadkansberekening. De raadkans zal bij polytoom scoren hoger komen te liggen. De cesuur van kennisexamens ligt op 55% van de totaal te behalen punten plus de correctie voor de raadkans. Een hogere raadkans, zoals bij polytoom scoren, zorgt daarmee voor een hogere cesuur. Qua zak-/slaagbeslissing worden kandidaten met polytoom scoren dus niet beloond. Daarom is ervoor gekozen om alleen punten toe te kennen als een kandidaat een vraag volledig juist beantwoordt: dichotoom scoren.
Gesloten vragen bij kennisexamens hebben de volgende voordelen.
Ja, bij het berekenen van de cesuur van een kennisexamen wordt rekening gehouden met de gebruikte vraagvormen. Elke vraagvorm heeft een eigen raadkans die meegenomen wordt in de berekening van de cesuur.
Het beoordelingsformulier bij een kennisexamen is een servicedocument dat de beoordelaar, indien gewenst, kan invullen na afloop van een kennisexamen. Het beoordelingsformulier kan bewaard worden in plaats van het gemaakte werk. Meer informatie over het archiveren van examenmateriaal en bewaartermijnen is te vinden in de handreiking Bewaartermijnen examengegevens van het Kennispunt Onderwijs & examinering.
Daar waar in de dossiers een moderne vreemde taal expliciet in de eisen is opgenomen, is steeds een keuze gemaakt voor het meest passende exameninstrument. Bij de meeste dossiers is dat het vaardigheidsexamen. In een enkel geval zijn de eisen geïntegreerd in een praktijkexamen. Dit is terug te vinden in het dekkingsoverzicht.
In de kwalificatiedossiers worden geen uitspraken gedaan over ERK-niveaus, dus deze zijn ook niet opgenomen in de exameninstrumenten van Stichting Praktijkleren. Het kwalificatiedossier Veiligheid en Vakmanschap 2016 vormt hierop de enige uitzondering: daarin zijn de eisen voor Engels in STANAG-niveaus geformuleerd. Deze zijn in de examens vertaald naar ERK-eisen. In het nieuwe kwalificatiedossier van Veiligheid en Vakmanschap zijn de STANAG-niveaus niet meer opgenomen.
In de kwalificatiedossiers waarvoor Stichting Praktijkleren exameninstrumenten ontwikkelt, zijn eisen voor de toepassing van taal in het beroep opgenomen in de vakkennis en vaardigheden en/of in de gedragsindicatoren, resultaten of de beschrijving van de werkprocessen. De beschrijving van deze eisen verschilt per dossier en soms zelfs per profiel. Ook de nadruk die gelegd wordt op de toepassing van taal verschilt per dossier. Dit heeft te maken met het verschil tussen de beroepen. Dat geldt zowel voor de moderne vreemde talen als voor het Nederlands.
In de kwalificatiedossiers gaat het om de toepassing van taal die nodig is voor het uitoefenen van het beroep. Er worden geen uitspraken gedaan over beheersingsniveaus vanuit het Europees Referentiekader (ERK) of het Referentiekader taal en rekenen.
In de kwalificatiedossiers wordt niet verwezen naar beheersingsniveaus vanuit het Europees Referentiekader (ERK). In de Verantwoordingsinformatie worden deze niveaus in de meeste gevallen echter wel genoemd. Dit levert mogelijk verwarring op. Van belang is daarom het volgende.
De eisen in de kwalificatiedossiers met betrekking tot de toepassing van taal worden beoordeeld in vaardigheidsexamens of (in een enkel geval) geïntegreerd in een praktijkexamen. Bij een vaardigheidsexamen vindt de beoordeling plaats met behulp van een beoordelingsmodel. Als de eisen zijn geïntegreerd in een praktijkexamen vindt de beoordeling plaats aan de hand van beoordelingscriteria in het beoordelingsformulier en eventueel een beoordelingsonderlegger.
Voor de keuzedelen is er een gezamenlijk publicatieoverzicht. Hierin is af te lezen welke exameninstrumenten in het betreffende schooljaar geconstrueerd worden. De publicatieoverzichten zijn voor iedereen terug te vinden op de website van Stichting Praktijkleren (zie www.stichtingpraktijkleren.nl/examineren/publicatieoverzichten ).
De Helpdesk examinering communiceert nieuw gepubliceerde en gewijzigde exameninstrumenten in een digitale nieuwsbrief. U kunt zich hiervoor opgeven als u bent ingelogd door een vinkje te zetten in uw profiel.Voor een aantal andere keuzedelen is door scholen zelf examenmateriaal ontwikkeld en belangeloos beschikbaar gesteld. Dit materiaal kunt u terugvinden bij de keuzedelen onder de knop Community.
Mist u exameninstrumenten voor een bepaald keuzedeel in het aanbod van Stichting Praktijkleren? U kunt uw wensen met ons delen via examinering@stichtingpraktijkleren.nl. We kijken dan wat de mogelijkheden zijn.
Stichting Praktijkleren hanteert een vaste werkwijze voor de constructie van de exameninstrumenten. Het constructieproces bestaat uit de volgende onderdelen.
De benodigde deskundigheid, taken en verantwoordelijkheden van alle betrokkenen bij het constructieproces zijn beschreven. Daarmee voldoet Stichting Praktijkleren aan de proces- en organisatie-eisen uit de norm voor valide exameninstrumenten. In de publicatie Valide exameninstrumenten, Hoe borgt Stichting Praktijkleren de kwaliteit? vindt u de uitgebreide verantwoording.
De examens en sleuteldocumenten worden inhoudelijk en toetstechnisch gescreend. Dit gebeurt door onafhankelijke screeners die niet bij het constructieproces zijn betrokken. De screeners maken daarbij gebruik van toetstechnische en inhoudelijke screeningslijst. De screeningslijsten bevatten de kwaliteitscriteria waar een exameninstrument aan moet voldoen. De kwaliteitscriteria zijn gebaseerd op de producteisen uit de norm voor valide exameninstrumenten. De screeningslijsten zijn te vinden op https://www.stichtingpraktijkleren.nl/examineren/verantwoording-exameninstrumenten/.
Nadat de exameninstrumenten zijn gescreend, gecontroleerd op consistentie en geredigeerd, worden ze procedureel vastgesteld door een onafhankelijke vaststeller. Elk vastgesteld exameninstrument is voorzien van een vaststellingsformulier waarin de beoordelingscriteria voor vaststelling zijn opgenomen.
Om de kwaliteit van het proces te borgen, wordt na publicatie steekproefsgewijs gecontroleerd aan de hand van inhoudelijke, toetstechnische en proceseisen of het productieproces goed is doorlopen.
Fouten in exameninstrumenten worden zo snel mogelijk verwerkt, andere feedback wordt eerst verzameld en leggen we op een later moment aan een groep inhoudsdeskundigen voor. Wijzigingen worden bijgehouden in de revisiehistorie, versienummering en zo nodig een nieuw vaststellingsformulier. Daarnaast communiceert Stichting Praktijkleren over gewijzigde (en nieuwe) exameninstrumenten in een digitale nieuwsbrief. U kunt zich abonneren door in te loggen en in uw profiel aan te geven dat u de nieuwsbrief wilt ontvangen.
Bij elk examen vindt u een evaluatieformulier waarin u uw ervaringen met het examen kenbaar kunt maken. Daarnaast organiseert Stichting Praktijkleren minimaal één keer per jaar een evaluatiebijeenkomst per opleidingsgebied voor de examens. Ook kunt u altijd contact opnemen met de opleidingscoördinator van het betreffende opleidingsgebied.
Ja, alle exameninstrumenten van Stichting Praktijkleren zijn valide. Stichting Praktijkleren is een gecertificeerde examenleverancier volgens de norm voor valide exameninstrumenten. Meer informatie vindt u hier: www.stichtingpraktijkleren.nl/examineren/
Ja, Stichting Praktijkleren is een gecertificeerde examenleverancier volgens de norm voor valide exameninstrumenten. Daarmee is gegarandeerd dat alle exameninstrumenten van Stichting Praktijkleren valide zijn. Het certificaat kunt u vinden door helemaal onderaan deze pagina op het betreffende logo te klikken.
Stichting Praktijkleren is een gecertificeerd examenleverancier volgens de norm voor valide exameninstrumenten. Daarmee voldoen de exameninstrumenten van Stichting Praktijkleren aan de norm voor valide exameninstrumenten. De norm is congruent met het Onderzoekkader 2017 van de Inspectie van het Onderwijs. Als u de exameninstrumenten ongewijzigd inzet, kunt u er van uitgaan de examens ‘inspectieproof’ zijn.